oma Nonnon



Augustine Francisca Emilie
Breton van Groll

Oma Nonnon
Mijn andere oma aan vaderskant heette eigenlijk Francisca, iedereen noemde haar Frans, behalve haar zussen. Zij zeiden Nonnon, dus werd ze door mij en mijn broertjes oma Nonnon genoemd. Ze was een kleine vrouw met een donker uiterlijk. Ze droeg haar haar in een knotje. Haar rug was gebogen. In de loop der jaren is ze steeds kleiner geworden. Af en toe had ze last van bronchitis en dan piepte ze bij het ademen. In haar tas had ze altijd een pompje bij zich die haar verlichting kon brengen. Ze droeg meestal een broek en een tuniek over een trui of een blouse. De meeste oma’s die ik kende droegen Terlenka jurken met van die smalle riempjes om het middel. Oma Nonnon had maar een paar grijze haren. Ze heeft altijd haar eigen kleur behouden. Als ze je kuste, dan voelde je haar zachte wangen. De vorm ervan heb ik van haar geërfd. Hoewel ze steeds meer last van reuma kreeg, bleef ze juist pianospelen. Ze kon dat heel goed. Ik heb haar pianoboeken, maar daar kan ik niets uit spelen. Veel te moeilijk. Zij speelde ook blokfluit en altfluit. Af en toe speelden we vierhandig, quatre mains.



School
Mijn oma had haar man, opa Coors, al vroeg verloren, daar in het verre Indië. Hij was een arts, die bijna net zo oud was als haar moeder. Het huis waarin ze met haar gezin woonde is begin jaren dertig verbouwd tot een hotel. In de oorlog nam de Japanse bezetter het huis in bezit, en moesten ze verhuizen. Na het overlijden van haar man heeft ze weer een hotel opgezet. Na de oorlog is ze naar Nederland gekomen en is ze eerst invalster en later onderwijzeres geworden. Soms mocht ik met haar mee in de vakantieperiode. Ik herinner me nog de lange lege gangen in de school. Het leek dan net alsof elk ogenblik kinderen uit een klas konden rennen. Soms mochten mijn broertjes en ik potloden slijpen. Ze heeft ook daadwerkelijk meegeholpen met het uittesten van nieuwe leermethoden in het onderwijs. Het is heel erg jammer dat ik daar nooit met haar over heb kunnen spreken.
Ze woonde eerst met haar jongere zus Nini in de Hendrik Zwaardecroonstraat 148. Daar ben ik ook geboren. Mijn ouders woonden toen bij hen in. Haar zus Eef woonde in die tijd met hun moeder, mijn oma Moes, in een ander gedeelte van ’s Gravenhage. Later zijn deze vrouwen, allemaal weduwes bij elkaar gaan wonen in een Haags herenhuis in de Antonie Heinsiusstraat. In elke kamer, vooral de slaapkamers, hing een bedwelmende mottenballengeur. Elke etage bevatte een slaapkamer voor één zus, terwijl oma Moes in de achterkamer sliep. Zittend in een schommelstoel is mijn overgrootmoeder op 92-jarige leeftijd tijdens haar middagdutje overleden. Die leeftijd hebben mijn oma en tantes niet gehaald.


Hergebruik
Als we op bezoek gingen dan kwamen de opvoedkundig verantwoorde boeken en spelletjes tevoorschijn. De boeken met de Drie Paardjes zijn nu nog te krijgen, evenals vele titels van de Gouden boekjes. Ze leerde ons kralen maken van repen kranten of tijdschriften, die om een breinaald gedraaid werden en dan met behangplaksel verstevigd werden.
Oma Nonnon was een van de voorlopers van milieubewust leven. Elk papiertje werd hergebruikt. De papieren zakjes van de groenteboer werden platgestreken en verzameld. Bij elk bezoek kregen we zo’n verzameling zakjes mee. Ik gebruikte ze voor mijn lunchpakket voor de middelbare school. De supermarkt waar ik nu mijn boodschappen doe, heeft ook nog papieren zakjes. Ik kan ze net als mijn oma niet weggooien, ze worden gewoon opnieuw gebruikt.
Ook alle pillendoosjes en zalfdoosjes, en dat waren er vele, werden zorgvuldig uitgewassen en een tweede leven gegund.


Perfectie
De zusjes Breton van Groll leefden heel precies. Elk gekocht levensmiddel werd van een datum voorzien voordat het in de kast of koelkast terechtkwam. Ook hun afkorting kwam erbij te staan. Konden ze elkaar zo in de gaten houden?
Elke handeling, of het nou het maken en inschenken van de rozenstroop was, of het ritueel snijden van de mango, verliep volgens een vast patroon. Afwassen gebeurde in die tijd met de hand. Mijn oma en tantes hadden dan een plastic schort om, met baleinen erin, en omdat ze heel precies waren werd het afgewassen serviesgoed nogmaals met schoon water afgespoeld. Oma Moes had als taak het tafelzilver droog te wrijven en op te bergen.


Eten
Toen tante Nini suikerziekte kreeg, werd er heel precies op tijd gegeten. Meestal spinazie. Volgens mij aten de zussen heel verantwoord, hoewel er ook ruimte was voor Indische lekkernijen. Er was altijd wel iets om te proeven. Ik herinner me de tapeh nog. Eigenlijk vond ik het helemaal niet lekker. Maar als je de fout had gemaakt eenmaal te zeggen dat je het lekker vond, dan zat je je hele leven daar aan vast, en in die tijd durfde ik nog geen nee te zeggen. Tante Eef kon het beste koken van de vrouwen. En haar taarten waren beroemd. Vooral de spekkoek was een vaste gast op verjaardagen en feesten. Later heeft mijn vader die traditie overgenomen. Een spekkoek maken is veel werk, omdat elk laagje apart toegevoegd werd. Ook kleinere hapjes van rijstemeel waren haar niet vreemd. Zeggen dat je iets niet luste, was er eigenlijk niet bij. Ketanrijst met palmsuiker was heel zoet en machtig, maar wel het lekkerste. En dan het snijden van de mango’s. Alleen perfecte vruchten koos mijn oma uit in de vele toko’s, kleine Indische winkels, die Den Haag toen rijk was. Oma hanteerde het schilmes als geen ander. Zij kon van zich afsnijden met superdunne schillen. Geen vruchtdeel ging verloren. We zaten dan rondom de tafel en wachtten totdat het onze beurt was een oranje sappig stukje te verorberen. Ook bleven we vaak warm eten. Tante Eef toverde dan een hele Tupperware emmer vol met kroepoek tevoorschijn. Soms hadden ze ook een ander soort, iets met gekleurd rijstmeel, maar daar deden ze mij geen plezier mee.


Op visite
Als alle drie de zonen van mijn oma op bezoek waren dan was het een gezellige boel. Ik had drie nichten, een oudere en twee jongere. En we mochten vaak op straat spelen. Volgens mij hebben we in al die jaren toch aardig wat bezoekjes afgelegd. Omdat oma aandelen bij de Koninklijke Shell had, kon ze ons ook wel eens wat extra’s geven. We kregen meestal briefjes geld, die in netjes opengescheurde oude giro-enveloppen werden bewaard. Rapporten laten zien vond oma heel belangrijk. Goede cijfers halen en je best doen; dan werd je de hemel in geprezen. Ging het wat minder dan kon ze heel bezorgd vragen waar het dan aan lag. Ze vond het prachtig dat ik geneeskunde ging studeren en dat ik motorreed. Als ik wel eens in Den Haag was dan zwaaide oma en tante Eef me altijd buiten uit. Ze leken dan heel klein als ze zo in de straat stonden.


Kou
De ramen in elk van hun huizen waren altijd afgeplakt met plastic, tegen de tocht en in de winter tegen de kou. De drie zussen en hun moeder hebben een paar jaar de winters in Spanje doorgebracht. Oma Nonnon heeft best wel veel gereisd. Ik herinner me nog een broche met een echt edelweissbloemetje erin. Ik heb zo’n bloemetje altijd in het echt willen zien, zodat ik met mijn vinger over dat donzig zachte wit van de bloemblaadjes had kunnen aaien. Ook had ze veel interesses. De krant met al het plaatselijke en wereldlijke nieuws werd uitgeplozen, en ook de televisie stond altijd aan. In mijn kinderogen was mijn oma rijk, omdat ze zo’n grote televisie had. Ze was een fervent kijkster naar tenniswedstrijden, vooral Wimbledon was favoriet. Op zulke momenten probeerde ik me dan voor te stellen hoe de zusjes Breton van Groll het in Nederlands-Indië gehad hebben. Hoe ze hebben kunnen tennissen, musiceren en studeren. Eigenlijk weet ik er best weinig van. Ik zou uit hun mond willen horen hoe zij die tijd beleefd hebben. Mijn oma was de enige zus die zelf kinderen gebaard had. Tante Eef en tante Nini hadden beiden een weduwnaar getrouwd en hadden kinderen van hun mans eerste huwelijk.
Ik weet dat mijn opa’s eerste vrouw geen kinderen kon krijgen, en dat toen mijn oma in beeld kwam. Zou het in die tijd echte liefde geweest zijn, een vrije keuze van mijn oma voor mijn opa? Ik zal het niet meer weten. Wat voelde ze nu werkelijk? Had ze de vrijheid die ze wenste? Had ze haar eigen ideeën kunnen inbrengen? Mijn opa was gek op zijn kinderen, ze mochten alles. Als mijn oma niet in de buurt was, werden de kinderen aan hun tantes toevertrouwd. 


Optreden
Een keer heeft mijn oma me meegenomen naar een lezing die over de natuur ging. Toen wist ik nog helemaal niet wat een lezing was. Volgens mij waren we te laat, want het was al donker toen we lege stoelen zochten en niet vonden. Mijn oma ging gewoon in het gangpad op de trappen zitten met mij ernaast. Het was een heel dierbaar moment eigenlijk, daar zou ik best een foto van gehad willen hebben. In het donker met boven ons de lichtbundel van de diaprojector, met heel veel dansende stofjes erin die altijd zo reuze interessant zijn om naar te kijken.
Oma is ook een keer naar mij komen kijken. Ik deed toen mee aan een uitvoering van mijn balletklasje. We oefenden elke woensdag in een garage. Ik speelde een kabouter en mijn witte baard kriebelde enorm. Het waren mijn eerste “planken”. Het was ook meteen mijn eerste kennismaking met een grote groep mensen. Ik zal zo’n acht jaar geweest zijn. Het werd een grote teleurstelling. Ten eerste bleek het publiek in een groot zwart gat te zitten. Ik kon mijn ouders en mijn oma niet zien. Ten tweede mocht ik mijn bril niet ophouden, waarschijnlijk om cosmetische redenen. Was er wel licht in de zaal geweest dan had ik ze nóg niet kunnen zien, want ik kan alleen op 30 cm iets scherp zien.
Mijn oma gaf geld voor mijn balletles. Na de voorstelling mocht ik niet meer op ballet. Ik zou te dikke kuiten hebben gekregen.


Meeleven
Oma Nonnon vond het heel belangrijk dat je iets persoonlijks schreef of tekende als ze jarig was. Ik denk dat ik dat van haar heb overgenomen. Met verjaardagen gaat het niet om het cadeau maar om de intentie. Ze bewaarde alles, met datum. Toen ik later mijn eigen weg ging en ik verhalen schreef over de belevenissen op vakantie of tijdens motorritten vond zij het enig om daar een kopie van te krijgen. Het maakte mij trots als zij weer eens vol lof over die verhalen schreef of belde. Wat heerlijk toch dat je alleen maar positieve kritiek hoeft te uiten.
Na haar dood heb ik nog verloren gewaande tekeningen teruggekregen. De zussen hadden ieder hun eigen collectie fotoboeken. Eén foto geven van je kind was niet genoeg. Ze wilden allemaal wel zo’n foto. Geregeld waren ze ook zelf in de weer met hun cameraatjes. En in de fotoboeken werd elke foto van een onderschrift voorzien. Ik wilde dat ik dat geërfd had!


Aandacht
Een van de belangrijkste dingen die ik van haar geleerd heb is “aandacht”. Aandacht schenken aan je medemens, werkelijke aandacht. Voor mijn gevoel was die belangstelling soms een lieve manier van bemoeizucht. Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat ze boos werd. Ik herinner me wel dat ze verdriet had, en dan leek ze nog kleiner dan ze was. Als volwassen vrouw en ook moeder van 3 kinderen had ik heel graag ook met haar een vrouw-tot-vrouwgesprek willen voeren. Dan zou ik nieuwsgierig geweest zijn naar haar huwelijk en naar haar vrouwzijn. Dan zou ik alle verhalen die mijn vader vertelt vanuit haar standpunt hebben willen horen. Haar persoonlijke wensen en dromen had ik willen weten. Ze heeft een soort dagboek achtergelaten. Verhalen over haar gezin zijn gelukkig bewaard gebleven. Mijn vader heeft ze in zijn bezit.


Stilte
De laatste paar weken van haar leven werd ze steeds magerder. Ze heeft tot het laatst toe in haar huis mogen wonen. Ze is alleen gestorven, ze was plotseling dood. Van haar begrafenis weet ik alleen dat het mijn eerste crematie was, die ik meemaakte. Ik vond het maar niks. Ik voel nog de stilte die gevallen was toen haar kist voor ons stond. Ik had iets willen zeggen, maar ik durfde niet. Van alles speelde door mijn hoofd, hele verhalen kwamen in mij op, maar ik durfde niet. Niemand niet, want het bleef stil.
Jaren later heeft mijn vader een feest georganiseerd waarbij wij een website hebben geopend ter ere van haar. 


Patricia Coors, 22 juli 2002

Geen opmerkingen:

Een reactie posten